Voorwaarden voor trefzekere netwerkzorg
Op 18 mei kwamen themamanagers, linking pins en projectleiders van Naar regionale oncologienetwerkenbijeen in Utrecht. Daar ging het ook uitgebreid over de voortgang op onze ondersteunende thema’s Gegevenssets oncologie, Waardegedreven financiering en Digitale uitwisseling.
Gegevenssets oncologie
“Heel mooi om te zien dat gegevenssets een vanzelfsprekend onderdeel zijn geworden van het vocabulaire van Regionale oncologienetwerken”, zei Eefje van Kessel, themamanager Gegevenssets oncologie. Ze benoemde de proeftuinen waarin inmiddels een aantal gegevenssets zijn opgeleverd die ook al in andere regio’s worden ingezet. Een extra resultaat is de Gegevensset Mensgebonden informatie (een co-productie van Passend behandelplan en Gegevenssets oncologie) en de gegevensset voor het mdo die uit de verschillende gestandaardiseerde sets kan worden samengesteld. Toch is er nog een hoop missiewerk te verrichten. “Zorgverleners die hier dagelijks mee te maken hebben, die snappen het allemaal wel”, aldus Eefje. “Maar mensen die er niet elke dag mee werken, en dat zijn er ook nog een heleboel, die moeten we echt nog veel beter uitleggen wat gegevenssets zijn, wat ze ermee kunnen, wat ze moeten doen en wat ze er uiteindelijk uit kunnen krijgen.” Ze schetste vier grote obstakels voor het landelijk implementeren van de gegevenssets:
- de IT-implementatie, het inbouwen in de epd’s, stuit op problemen;
- de gegevenssets laten landen in de praktijk vergt gedragsverandering: mensen moeten anders gaan werken;
- de digitale uitwisseling komt nog onvoldoende van de grond;
- er is nog geen governance vastgesteld; wie is de eigenaar van een gegevensset en hoe is het beheer geregeld?
Waardegedreven financiering
Ineke Middelveldt schetste de vragen waar haar thema Waardegedreven financiering op landelijk niveau mee bezig is. “Er is een beweging gaande om tot een betaaltitel te komen voor het expertiseconsult, als opvolger van de consultgelden. Het grote nadeel van de uitwerking zoals die er nu ligt, is dat dit via onderlinge dienstverlening zou moeten gaan. De aanvrager van het consult declareert dit bij de zorgverzekeraar, de uitvoerder van het consult brengt het in rekening bij de aanvrager. Dat lijkt niet zo gek, maar het is een heel slechte oplossing. Er zitten allerlei haken en ogen aan en zo’n constructie brengt verhoudingsgewijs een veel te grote administratieve last met zich mee.”
Voor wat betreft de financiering van het mdo verwacht Ineke dat de landelijke werkgroep die dit op een rijtje zet vóór de zomer helderheid zal geven waar dat heen moet. “Er wordt al jaren gezegd: het mdo kost steeds meer tijd, er komen er steeds meer mdo’s, we kunnen het niet kwijt in de financiële administratie. Maar over welke aantallen en bedragen hebben we het dan feitelijk? En wat is nu al mogelijk binnen het stelsel? Wat kan wel, wat kan niet, kunnen we een goede oplossing bedenken? Daar zitten we nu middenin.”
Een ander onderwerp is de financiering van zorgpaden waarbij meerdere ziekenhuizen in het netwerk betrokken zijn. “Ook dit willen verzekeraars oplossen door het onderling door de betrokken zorgorganisaties te laten verrekenen. Daarvoor gelden uiteraard dezelfde bezwaren”, zegt Ineke. “We zijn hierover in gesprek. Bij deze doe ik een oproep om ons te voorzien van casuïstiek zodat we die kunnen inbrengen in het overleg. Laat ons weten waar je in de praktijk tegenaan loopt bij de financiering van shared care oftewel netwerkzorg. Die voorbeelden kunnen we goed gebruiken!”
Digitale uitwisseling
Themamanager Laurens de Groot gaf een overzicht van de ‘uitdagingen’ van zijn thema Digitale uitwisseling: epd’s die niet met elkaar kunnen praten, een oerwoud aan oplossingen voor het uitwisselen van beelden, verslagen, correspondentie en de patiëntsamenvatting, problemen met leveranciers. “Je begint met het opstellen van je eisen voor bijvoorbeeld een mdo-platform: dat moet schaalbaar zijn, landelijk bruikbaar en voldoen aan bepaalde criteria. Het komt regelmatig voor dat een leverancier daarop inspringt en aan het eind van de rit niet blijkt te kunnen leveren. Maar dan ben je als ziekenhuis vaak al wel een jarenlang en kostbaar traject ingegaan! Ik snap dat dokters dan klaar zijn met alle mooie verhalen over dat je iets komt verbeteren. De motivatie om tijd vrij te maken om mee te denken en te testen, neemt af. Ze kiezen dan voor de pragmatische oplossing door bijvoorbeeld via Teams beelden met elkaar uit te wisselen. Ondanks dat ze daarmee grote concessies doen als het gaat om de kwaliteit van de beelden.”
Kleine stapjes nemen en de goede dingen doen om daadwerkelijk meerwaarde te bieden, daar kritisch op blijven en constant bijstellen: dat hebben ze bij het thema Digitale uitwisseling de afgelopen jaren wel geleerd. “De kennis en kunde die we hiermee opdoen, delen we via het Kennisplatform digitaleuitwisseling.nl, geïnitieerd vanuit Regionale oncologienetwerken, maar inmiddels gedragen door meerdere programma’s. Bij deze nodig ik iedereen uit die ook maar zijdelings te maken heeft met digitale gegevensuitwisseling om daar de dialoog met elkaar aan te gaan en daar een stuk versnelling uit te halen.”
De themamanager ging vervolgens in op de verschillende initiatieven die er zijn voor digitale gegevensuitwisseling. Via het Twiin-portaal kunnen nu alleen nog beelden worden uitgewisseld via XDS, maar er wordt gewerkt aan de uitwisseling van onder meer de BgZ.
“DVD-exit was aanvankelijk bedoeld als tussenoplossing van het Twiin-portaal. Het blijkt echter zo succesvol dat zorgverleners zeggen: laat maar zitten dat XDS. Maar Twiin werkt in feite via mail, dus dan gaat het om een pdf die verstuurd wordt en niet om herbruikbare digitale gegevens terwijl dat natuurlijk is wat je eigenlijk zou willen. De motivatie om met XDS mooiere dingen te bouwen, epd’s eraan te koppelen, daarvoor moeten we weer de boer op.” Twiin is bovendien een push-systeem: de verzender bepaalt wat er wordt verstuurd. XDS is daarentegen een pull-systeem, dat wil zeggen dat gegevens vanuit allerlei bronnen kunnen worden ingezien.
Een mdo-portaal ondersteunt het proces van het multidisciplinair overleg: “Het gaat niet zozeer om het verplaatsen van gegevens, maar om het aanmelden van de patiënt, ervoor zorgen dat informatie compleet is aan de voorkant, de resultaten die uit het overleg komen, et cetera.” Elk ziekenhuis maakt zijn eigen combinatie van deze oplossingen en legt verschillende accenten. De één op een mdo-portaal, de ander op XDS. “Dat maakt het lastig om daar één landelijk systeem voor te bedenken; de behoeften zijn per regio verschillend.”
Is er dan een centraal landelijk systeem nodig – een landelijk epd? “Het streven is om de data decentraal in de zorginstellingen te houden en ze centraal te kunnen bekijken. Met de kennis en de techniek van nu kan dat prima ingeregeld worden.” Hij noemt als voorbeeld het Landelijk Schakelpunt dat op een soortgelijke manier werkt, al zijn de afspraken die daaronder liggen een stuk simpeler dan voor een landelijk epd: “Daarvoor heb je een aanpassing van de wet nodig.”
Benieuwd hoe Hans Nijman de toekomst van oncologische netwerkzorg ziet? Lees dan het interview met hem daarover op Zorgvisie!