
Netwerken over de grens
Heb je interessante contacten gelegd in Bari?
Zeker! Er waren meer dan tweehonderd deelnemers en ik heb veel mensen gesproken en verhalen uit allerlei verschillende landen gehoord. Vanuit mijn aandachtsgebied financiering en waardegedreven zorg ben ik erg geïnteresseerd in de zorgsystemen van andere landen en hoe hun financieringmodellen eruitzien. Hoe wordt er omgegaan met kwaliteitsprikkels versus productieprikkels? Wat kunnen we daarvan leren? Ook hoe we op netwerkniveau de ‘waarde’ in kaart kunnen brengen – een van mijn projecten voor de komende jaren – is een interessant gespreksonderwerp. Hierover bestaan veel ideeën maar er zijn nog maar weinig goede voorbeelden.
Is internationale aansluiting belangrijk?
In de inrichting en organisatie van regionale oncologienetwerken blijken veel universele vraagstukken te zitten. Denk maar aan digitale uitwisseling van informatie en beelden, multidisciplinair overleg, patiëntenparticipatie en shared decision making, financierings-vraagstukken, gestructureerde vastlegging. We kunnen in Europa heel veel leren van elkaar als het gaat om dat soort dingen. Wij brengen daarbij als programma onze inmiddels al behoorlijk grote kennis en ervaring met Nederlandse oncologienetwerken in. Zo leveren wij input voor het model dat de OECI ontwikkelt en dragen we bij aan het formuleren van standaarden op Europees niveau. Tegelijkertijd willen wij zo natuurlijk als programma veel mogelijk aansluiten op dat Europese model; het zou zonde zijn als we in Nederland een heel andere kant op bewegen.
Je mocht op de conferentie een sessie leiden. Waar ging die over?
Ik leidde een ochtendsessie over patient involvement. Dat is niet alleen in Nederland een hot issue, blijkbaar leeft dat in heel Europa. Er zaten ruim 120 deelnemers in de zaal! In Nederland proberen we patiëntenparticipatie te verankeren in de hele organisatie, dus ook bestuurlijk en in de beleidsontwikkeling, maar ik merkte dat elders in Europa de focus vaak nog bij het primaire proces ligt, denk aan patiëntencommunicatie, shared decision making en soms de inzet van PROMs. Er is wel een beweging richting een gelijkwaardiger rol van patiënten maar er is grote variatie in de manier waarop dat wordt ingevuld. De OECI neemt ook op dat gebied initiatief om good practices uit te wisselen en op termijn wellicht tot standaarden te komen.
En de take home message is?
De belangrijkste boodschap is om niet in je eentje het wiel uit te vinden, maar om telkens de verbinding te zoeken. Dat geldt binnen de regionale netwerken zelf, dat geldt landelijk en het geldt in mijn ogen ook op Europees niveau. Daar is veel overleg voor nodig en het kost zeker tijd, maar in de wisselwerking met anderen kom je pas echt tot resultaat.