Je gekozen filters:
Wis alle filters
Proms

Met PROMs naar een passend behandelplan

12-05-2021
PROMs geven inzicht in hoe een patiënt zich voelt en welke doelen en voorkeuren hij heeft. Die informatie helpt de zorgprofessional om samen met de patiënt tot een passend behandelplan te komen. Hoe werkt dat in de praktijk, hoe implementeer je het en wat heb je daarvoor nodig? Dinsdag 25 mei houden we een Verdiepingssessie over PROMs in relatie tot Passend behandelplan.

Patient Reported Outcome Measures (PROMs) zijn gevalideerde vragenlijsten waarmee gestructureerd en systematisch gemeten wordt hoe de patiënt zich voelt. De zorgprofessional en de patiënt kunnen aan de hand van deze uitkomsten in gesprek gaan en samen beslissen over passende zorg.

Negen ziekenhuizen in de regio Zuidwest-Nederland gebruiken dezelfde PROMs in de spreekkamer bij borstkanker om samen met de patiënt te beslissen over passende zorg tijdens de behandeling en in het nazorgtraject. En doordat de ziekenhuizen allemaal dezelfde PROMs uitvragen, kunnen ze de uitkomsten ook gebruiken om de zorg te verbeteren. “We hebben gekozen voor een gevalideerde set PROMs van het internationaal samenwerkingsverband ICHOM”, zegt Femmy Meenhorst, projectleider van PROMs in de spreekkamer bij borstkanker, onderdeel van het thema Passend behandelplan. “In het begin hebben we uitgebreid gediscussieerd over welke vragen we van deze set zouden gebruiken. Het is heel belangrijk om daar overeenstemming over te krijgen. Alle deelnemende ziekenhuizen moeten precies hetzelfde vragen aan de patiënt op hetzelfde moment, anders kun je de uitkomsten niet vergelijken.” Uiteindelijk kozen de ziekenhuizen voor de gehele set vragen. Na verloop van tijd zal deze set met patiënten worden geëvalueerd.

Implementatieles: Goed afstemmen met stakeholders  
Gera Welker, implementatiedeskundige van het programma Regionale oncologienetwerken: “Wat dit project bijzonder maakt, is de ambitie om met meer ziekenhuizen tegelijk een PROMs-set te implementeren. Dit betekent onder meer dat je het eens moet worden over welke indicatoren je wilt gebruiken. De projectgroep heeft de tijd genomen om samen te bepalen: wat vinden wij nou echt van belang? Als je dat goed doet met elkaar, leg je een stevige basis om daarna sneller stappen te kunnen zetten. We zien vaak dat wanneer dit in de beginfase niet zorgvuldig wordt gedaan, dat dan op een later moment in het traject problemen ontstaan die tot veel vertraging – en soms zelfs afstel – leiden. Mooi ook dat ze niet opnieuw het wiel uitvinden door te kiezen voor een bestaande set indicatoren en gebruik maken van de mogelijkheid om te kunnen benchmarken.”

PROMs in de praktijk
Het Amphia Ziekenhuis is een van de deelnemende ziekenhuizen. In dit ziekenhuis vullen patiënten op meerdere momenten deze vragenlijsten in via het patiëntportaal Mijnamphia, met een nulmeting voorafgaand aan het behandeltraject. Na ongeveer zes maanden ontvangen ze deze vragenlijsten opnieuw en vervolgens vijf jaar lang elk jaar, voorafgaand aan het controlebezoek. Verpleegkundig specialist Dunja van der Meer ziet veel patiënten in de spreekkamer vóór, tijdens en na hun behandeltraject. Ze bespreekt uitslagen van onderzoeken, beantwoordt vragen, geeft informatie over de verschillende behandelingen en verwijst door waar nodig. “Het mooie van PROMs in de spreekkamer is dat ik het gesprek veel beter kan toespitsen op wat de patiënt die tegenover mij zit, nodig heeft. Als ze bijvoorbeeld slecht scoort op vermoeidheid, dan kan ik daar in de spreekkamer specifiek op ingaan: ‘Ik zie dat u last heeft van vermoeidheidsklachten; kunnen we kijken waar dat door komt en hoe we dit kunnen verbeteren?’” Ook helpen PROMs om het gesprek aan te gaan over onderwerpen waar patiënten niet zo gemakkelijk zelf over beginnen, maar die wel mede hun kwaliteit van leven bepalen, zoals seksualiteit. “Met de negen ziekenhuizen hebben we een gezamenlijk nazorgprotocol gemaakt als basis voor een individueel nazorgplan. Zodoende adviseren we bij bepaalde klachten hetzelfde, of verwijzen we op dezelfde manier”, aldus Van der Meer. “Met behulp van PROMs kan ik als verpleegkundig specialist veel meer voor mijn patiënten betekenen. Zij geven aan dat ze zich meer gehoord en gezien voelen, en dat ze het fijn vinden om samen te kunnen beslissen over de beste optie om hun klacht op te lossen. De patiënt wordt hier echt beter van.”

Opvallend is dat de kartrekkers van dit project veelal verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten zijn. Meenhorst denkt dat dit een belangrijke succesfactor is: “Zij hebben veel contact met patiënten en zijn ook heel gemotiveerd om het voor die patiënt nog beter te doen. We hebben van begin af aan tegen iedereen gezegd: je doet dit project in de eerste plaats voor de patiënt die tegenover je in de spreekkamer zit. Het belangrijkste is om de PROMs te gebruiken in het contact met de individuele patiënt. Benchmarken is vers twee. Dat spreekt verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten heel erg aan.”

Implementatieles: betrek stakeholders op een passende manier
Welker: “Verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten hebben zo’n belangrijke rol! Zij hebben vaak meer contact met de patiënt dan de arts, en de patiënt vertelt hen vaak ook gemakkelijker dingen, ook over meer gevoelige onderwerpen. Vaak is het ook de verpleegkundige die de PROMs uitvraagt. Interessant is dat die verpleegkundige iets doet in het voortraject wat heel essentieel is op een later moment tijdens het gesprek met de patiënt over een passend behandelplan. Dan moet je wel zeker weten dat je de gegevens goed kunt interpreteren. Een goed individueel dashboard is daarvoor onmisbaar, want dat gesprek wordt gevoerd op basis van deze gegevens. Hoe weet je zeker dat dit goed werkt? In hoeverre spreken zorgprofessionals daar vooraf nog met elkaar over? Daar ben ik wel benieuwd naar.” 

Techniek op orde    
“Als er ergens in het proces iets niet lekker loopt, de linkjes doen het bijvoorbeeld niet, dan haken patiënten en medewerkers snel af. Daarom hebben we ICT hierbij betrokken om ons te helpen de techniek goed op orde te krijgen”, zegt Meenhorst. “Business intelligence is ook hartstikke belangrijk bij het opzetten van een regionaal dashboard.
Gegevens worden vanuit het epd, de PROMs en het Integraal Kankercentrum Nederland verstuurd naar de stichting Dutch Hospital Data die deze data verzamelt, beheert en analyseert; dat is heel complex allemaal. Een groot ziekenhuis heeft hier een aparte afdeling voor, bij een kleiner ziekenhuis valt dit onder ICT. Het duurde daarom even voordat we de juiste mensen aan tafel hadden. Gelukkig konden we die aanhaken zodat we ons dashboard hebben gekregen.”  

Implementatieles: zet specifieke expertise in gedurende het hele proces
“Werkt een proces niet goed, dan verdwijnt inderdaad de motivatie om eraan deel te nemen”, beaamt Welker. “ICT is heel belangrijk, en business intelligence ook. Heel goed dat ze die gaandeweg het traject alsnog hebben meegenomen. Daarmee laten ze ook zien dat je gedurende een traject aanpassingen kunt doen die ervoor zorgen dat het beter wordt.”

Eigen zorgproces
“We hebben ziekenhuizen zoveel mogelijk vrijheid gegeven om PROMs in hun eigen proces in te bouwen omdat iedereen toch een ander zorgproces heeft”, zegt Meenhorst. “Dat is ook een van de redenen dat het zo goed loopt. We zeggen niet: Zo moet je PROMs implementeren, maar geven de huizen de mogelijkheid dit op hun eigen manier te doen die past bij hun zorgproces en cultuur.”

Implementatieles: geef autonomie en vertrouwen
Welker: “Dat vind ik mooi. De projectgroep zegt dus: dit is de set waarmee we gaan werken, maar ieder ziekenhuis bepaalt zelf hoe ze die set implementeren. Dat is natuurlijk afhankelijk van je epd-systeem, maar ook van de manier waarop je de zorg georganiseerd hebt en hoe de cultuur is in een ziekenhuis. Dat vraagt om specifieke implementatiestrategieën. Als je ieder de ruimte geeft om dat op zijn eigen manier te doen, dan geeft dat een gevoel van autonomie en vertrouwen. Je spreekt wel dezelfde doelen met elkaar af zodat je gezamenlijk de resultaten van die PROMs kunt vergelijken. Want daar wil je naartoe, naar sámen verbeteren.”

Gesprek met patiënt
Meenhorst: “Je moet absoluut iets doen met de uitkomsten van de PROMs, je moet ze terugkoppelen aan de patiënt, dus met haar bespreken. Want daarvoor doe je het; om te kijken, sámen met die patiënt, wat voor haar passende zorg is. Door er in de spreekkamer zorgvuldig op terug te komen, merkt de patiënt dat het invullen van die vragenlijsten van direct belang voor haar behandeling is. Als de arts niet terugkomt op de antwoorden die de patiënt gegeven heeft, dan doet ze de volgende keer echt niet meer mee.”

Welker: “Helemaal eens. Je vraagt tijd en vertrouwen van de patiënt om die vragenlijsten in te vullen, dan moet je ook laten zien dat je wat met de antwoorden doet.”

 

Verdiepingssessie
Dinsdag 25 mei houden we een Verdiepingssessie over PROMs in relatie tot Passend behandelplan. Benieuwd naar hoe je PROMs in kunt zetten en waar je op moet letten? Meld je dan aan.